Wandeling Het Laar Start: het Laar zie pijltje op kaart
We starten op het Laar vanaf “De Goei kamer” en gaan linksaf. Bij het kanaal gaan we rechtsaf en blijven aan deze kant van het kanaal, voorbij de Laarbrug over het halfverharde pad.
Het Wilhelminakanaal werd tussen 1916 en 1923 in verschillende fasen gegraven. Het loopt vanaf de Amer bij Geertruidenberg tot aan de Zuid-Willemsvaart in Aarle-Rixtel. Het kanaal is 68 kilometer lang. Hier, op het Laar, is het kanaal in het land gegraven. De omliggende akkers liggen zichtbaar hoger. Op sommige lager gelegen plaatsen heeft men het kanaal tussen dijken aan moeten leggen. Voordat het kanaal hier lag, bestond het landschap uit een groot aaneengesloten akkercomplex, vanaf de dorpskom van Aarle tot aan de Goorloop in het noordwesten. Het kanaal is in de loop van de jaren een belangrijke “natuurweg” geworden. Het is een zogenaamde ecologische verbindingszone. We vervolgen onze weg en slaan bij de tweede onverharde weg rechtsaf, De monumentale boerderij links maakt deel uit van het gehucht de Hemel, dat nu door het kanaal wordt doorsneden.We volgen het pad en zien even later aan de rechter kant hoeve het Vagevuur met bakhuis en put. De boerderij die we hier passeren is van vóór 1850. Dat kunnen we zien aan de bouw: de voordeur zit aan de “kopse”kant. “Den herd” is nog steeds aanwezig: een grote open schouw met spekhaken en aan één kant de beddenkoets. Buiten, tegen de binnenwanden van de waterput, groeien zeldzame varens, zoals de steenbreekvaren, de tongvaren en de smalle stekelvaren.
We gaan vervolgens weer terug naar het pad waar we vandaan kwamen en vervolgen het pad weer ( dus naar rechts). Links zien we het dal van de Goorloop met in de verte bierbrouwerij Bavaria en andere bedrijven. Bij de harde weg aangekomen gaan we rechtsaf. Links zien we “het Groenewoud”, genoemd naar een voormalige herberg Sint Serverus in het Groenewoud. Even verderop gaan we linksaf tussen boerderijen door. De rechter boerderij, met “de Goei Kamer”, heet Hoeve Het Laar. Het is een Rijksmonument.Even pauze?
We vervolgen het pad en komen in de Reijbroeken. Midden door dit gebied loopt de Reijbroekseloop, die verderop in de Goorloop uitkomt. We zien duidelijk het hoogteverschil tussen het beekdal en de verderop gelegen Beekse Akkers die de voormalige gemeentegrensvormen . In de verte (links) zien we de Beekse toren, de 15e eeuwse toren van de voormalige parochiekerk van Beek. In de slootjes groeien allerlei waterplanten, zoals de waterranonkel, de waterscheerling en de melkeppe. Uiteraard krioelen deze slootjes van leven: insectenlarven, stekelbaarsjes en nog veel meer. Met wat geluk zie je hier de boomvalk jagen.
In het voorjaar zie je hier en daar de prachtige goudgele bloemen van de dotterbloem aan de rand van de natte hooilandjes.
We volgen het pad naar links tot we bij de
Beekse Akkers aankomen. Hier gaan we weer rechts. Even verderop komen we o.a. langs Nossin (produceert hoogwaardig fijnmetaal ).
Aan het eind gaan we rechtsaf en volgen het fietspad. Links zien we een restaurant. Hier was ooit een kunstmolensteenfabriekje gevestigd. Dat is nog goed te zien: in de topgevels zitten nog kleine molenstenen!
Bij het kanaal aangekomen gaan we (voor de brug) weer rechts. We lopen nu parallel aan het kanaal. De kanaaldijk is aan de rechterkant begroeid met struiken en bomen. Tegen het talud groeien allerlei planten. Het kanaal is dan ook- zoals al eerder opgemerkt- een belangrijke schakel voor de natuur. Het kanaal verbindt als het ware de verschillende natuurgebieden die er naast liggen. Dat is erg belangrijk voor vooral insecten en kleine zoogdieren. Het kanaal is ook rijk aan vis zoals karper, riet- en blankvoorn, baars, brasem en zelfs de riviergrondel. Ook komen er rivierkreeftjes voor. Het zijn veelal de Amerikaanse neefjes van de Europese. Ook de driehoeksmossel is een veelkomend weekdier. Hij wordt vooral gegeten door tafeleenden die op het kanaal vaak overwinteren. De wilde eend zie je hier heel het jaar door. Deze soort vindt in deze omgeving voldoende broedgelegenheid. En wat te denken van de aalscholver die je hier steeds vaker ziet (op de lantaarnpalen).
Hij kan prima onder water zwemmen: hij heeft nauwelijks vet tussen de veren. Vandaar dat hij zijn vleugels moet spreiden om ze in de zon en de wind te laten drogen.
Hier en daar zie je kleine “insteekhaventjes” in de oevers. Hier kunnen te water geraakte zoogdieren zoals hazen en reeën gemakkelijk uit het water klimmen. Kortom, het kanaal is niet alleen vaarwater; het is een rijke natuurparel! Vóór de laarbrug gaan we naar rechts, terug naar ”De Goei kamer”.